[J. ter Pelkwijk]
PELKWIJK (J. ter), zoon van Abraham ter Pelkwijk en Catharina Malecotius, werd 26 Augustus 1769 te Heino, waar zijn vader predikant was, geboren, legde zich te Deventer, onder Prof. Chernac, op de wiskunde toe, studeerde vervolgens te Harderwijk in de regten, en werd in 1790 Art. lib. Mag. Jur. utr. Doctor. Toen G. Dumbar, Griffier der Staten van Overijssel, na de invoering van het intermediair bestuur van Overijssel, van zijn post ontslagen was, werd aan Ter Pelkwijk het secretariaat opgedragen, dat hij van 1798-1800 getrouw waarnam. Als lid der Provinciale Rekenkamer en van den Provincialen Raad van Finantiën, was hij behulpzaam bij de invoering van het algemeen stelsel van belastingen in de provincie Overijssel. In 1807 werd hij assessor van den landdrost in die provincie, en buitengewoon lid van den Staatsraad. In 1810 werd hij lid van den Raad van Prefecture, nam in 1813 den post van Prefect ad interim waar. Na de omwenteling werd hij, vanwege de stad Zwolle, lid der Provinciale, en vervolgens lid van het Collegie van Gedeputeerde Staten. Hij maakte zich bijzonder verdienstelijk omtrent het onderwijs en overleed den 18den November 1835. Zijn portret is geschilderd door J. Schoemaker Doijer en gesneden door D.J. Sluijter, folio.
Hij schreef:
Verhandelingen over de verlossing der Israëliten uit Egypte. Met een Landkr. Zwolle 1816.
Tijdrekenkundig schoolboek met een altoosdurenden almanak. Zwolle 1818. 8o.
Verhandeling over de geschiedenis der Israëliten en andere Aziatische volken, vergeleken met die der Grieken en Romeinen, met een tijdrekenkundige tafel. Zwolle 1818. gr. 8o.
Handleiding tot het herleiden der oude maten en gewigten in Overijssel tot de Nederlandsche. Zwolle 1822. gr. 8o.
Beschrijving van Overijssels watersnood in Februarij 1825, met eene kaart. Zwolle 1826.