[Michiel Panneel]
PANNEEL (Michiel), uit een aanzienlijk Vlaamsch geslacht gesproten, was waarschijnlijk reeds ten tijde van Alva een ijverig evangeliedienaar hier te lande. Hij nam met vele anderen de wijk naar Engeland en werd predikant bij de Nederduitsch hervormde gemeente te Norwich. Van hier schijnt hij naar Eecloo vertrokken te zijn en zich aan de gemeente aldaar te hebben verbonden. Deze gemeente verzocht ten minste in 1571 assistentie bij de Klassen van Gend om haren aan haar voor vijf jaar verbonden leeraar Michiel Panneel te bekomen. Wat hiervan zij; zeker is het dat hij te Norwich bleef, tot dat hij den 13den April 1577 te Middelburg werd beroepen. Hier werd hij den 3den Nov. van dat jaar bevestigd en zorgde niet slechts voor de belangen dier gemeente, maar voor die der geheele Vaderlandsche kerk. Zoo was hij in Februarij 1581 assessor op de particuliere Synode van Zeeland te Vlissingen en werd hem daar opgedragen om met Miggrode een formulier voor het examen van proponenten te ontwerpen om dat aan de nationale Synode over te geven. Van deze gewigtige kerkvergadering, die in Mei 1581 te Middelburg een aanvang nam, was hij niet slechts lid maar scriba. In 1597 ontmoeten wij hem als assessor op de Zeeuwsche Synode te Goes en later werd hem het ten uitvoer leggen der Synodale besluiten opgedragen.
Hij overleed in 't laatst van 1604.
Zie Smallegange, Chr. van Zeeland, bl. 489; Kerkel. Handb. bl. 148; Te Water, Kort Verh. der Ref. in Zeel. bl. 183, 184, 183-185; IJpey en Dermout, Gesch. d. Herv. kerk, Dl. I, bl. 231; Glasius, Godgel. Nederl.