[Egbert van Paenderen of Panderen]
PAENDEREN of PANDEREN (Egbert van), volgens alle zijne biografisten in 1666 te Haarlem geboren, doch volgens Nagler in 1575. Heller wil dat hij in 1606 bloeide, Kramm gist dat hij dezelfde is met Egbert van Paenderen, zoon van Willem, die 2 Aug. 1605 voor het vaderland in de wapenen stierf. Deze Egbert werd bij dezelfde gelegenheid, zwaar gewond, tot belooning vaandrig en overleed in 's lands dienst (voor 1628). Zeker is het dat hij graveerder en goed teekenaar was. Hij vervaardigde zinnebeeldige ordonnantiën, als Christus de medicijnmeester in fo. oblong, zeer franije prenten. Kramm prijst zijne heerlijke krachtige gravuren naar de schilderij van David Teniers gesneden, voorstellende de steeniging van Stephanus bij Th. Galle uitgegeven en die der graflegging naar A. Janssens uitmuntend gesneden. Ook worden als zijne werken opgegeven de H. Maagd in onderhoud met Christus over het behoud van het menschdom; de vier Evangelisten en de vier kerkvaders, naar Peter de Jode in fol. de ronde platen Minerva, Juno en Venus, het portret van prins Maurits te paard, met een veldslag op den achtergrond naar Tempesta, vier prenten van den zieken man en den doctor, naar Goltzius; eenige groote platen voor de Academie de l'Espée door Thibaut. Nagler vermeldt 37 platen in zijn werk.
Zie Ampzing, Beschrijv. van Haarlem bl. 335; Imnerzeel t.a.p. Kramm t.a.p.