Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 13
(1868)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 381]
| |
de ridderschap van Utrecht en Gelderland, was schepen en burgemeester van Utrecht in 1434, 37, 39 en maarschalk van het bovenkwartier in het Sticht (1442). Hij bezegelde met vele zijner bloedverwanten het charter, bij hetwelk de Utrechtsche ridders zich den 14den Maart 1436 vereenigden met Rudolph van Diepholt tegen Walraven van Meurs. Hij huwde Elizabeth van Ooy, dochter van Gerrit, ridder, heer van Ooy, en van Elizabeth van Renesse, en stierf in 1464, nalatende Jacob (die volgt) en Elizabeth, gehuwd met haar bloedverwant Dirk van Zuylen van de Haar, heer van de Haar, Zevender, Harmelen, Caba enz. oudste zoon van Dirk van Zuylen van Harmelen en Josina van der Haar.
Zie Matthaei Nob. p. 350. Bat. Sacra, T. II. p. 449. Vermeire Msr. Gén. p. 385. Burman, Utr. Jaarb. D. I. bl. 421, 472, 473, 479, 503. Voet, Hist. Cul. bl. 85 volgg. Ferwerda, Wap. Généal. Ren. Gen VII. en Généal. Arckel, Gener. XXII. Schotel, Abdij Rijnsb. bl. 248. Gailliard, p. 20. |
|