Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 13
(1868)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 376]
| |
en deelde ook in hare vervolgingen. Na de aanstelling van een nieuwe magistraat in deze stad, wanneer remonstranten en contra remonstranten vrijheid van godsdienst erlangdeu, werd hij in zijne gemeente hersteld. Toen in 1619 de remonstranten het onderspit moesten delven, werd hij een zoo ijverig contraremonstrant, dat men aangeleekend vindt dat hij zich met de wethouders der stad op de groote kerktoren begaf, om door middel van verrekijkers, toen onlangs uitgevonden, de vergaderingen der remonstranten in het open veld te ontdekken. Hij vertrok in Nov. 1631 naar Alkmaar en overleed aldaar in 1633.
Zie Brandt, Hist. der Ref. D. III ijl. 344, 345, 888; Dodt, Anatief. D. IV bl. 97, 189. V. bl. 40, 177. VI bl. 16, 105. Tijdschrift van Utrecht 1839 bl. 160; De Geer, t.a.p bl. 48. Veeris, Ver. Naaml. v. Pred. Hardenwijk. Naaml. van levenbizond. bl. 25, 26. |
|