[Jan Norel of Norell]
NOREL (Jan) of Norell, in 1635 geboren, bekend door zijne reizen, was ook dichter. Over zijne poëzy oordeelden zijne vrienden Feitama en Moonen, gunstiger dan de latere critici. Zijn portret is vervaardigd door P. Schenck, met dit volgend onderschrift van J. Feitama:
Norel, die in zijne jeugd heeft aarde en zee doortoogen.
En 't flonkrend hemelligt aanschouwd met kundige oogen,
Wiens vlugge digtpen 't lof van veele vorsten meld.
Pronkt hier in zwarte kunst op 't wit papieren veld.
Hij gaf, behalve de IJselstroom de roem der Overijssel Steeden, Amst. 1693, 4o. in het licht:
Poëtische Getallen, beginnende met een en eyndigende met twaalf.
Ter Lijkstaatsi van M. de Ruyter, 1677, Amst Sam. Imbrechts, in plano.
Zee- en Landtriomf op de vrede tusschen Louys de XIV en de Algemeene Staaten, Amst. ald. 1678.
Rijmregelen zo voor als naar de Herstelling van 't Kon. van Groot-Brittanje door.... Willem de III, ald. Jac. Robijn, 1691.
De Maatschappij van Ned. Letterkunde te Leyden bezit gedichten in hands. van hem.
Zie Witsen Geysbeek, B.A.C. Woord. D. IV bl. 529, 530; Oefens. der Konst. bl. 274, 297; Cl. Bruin, Kleefsche en Z.H Are. bl. 40; Nav. D. I. bl. 123, 174, 294, 348. D. XII. bl. 207, 309, 371; Cat. der Maats. van Ned. Lett. D. III. bl. 2. 81; Abcoude, Naamr. bl. 264; Kobus en de Rivecourt.