[Jonkheer Jan van den Noot]
NOOT (Jonkheer Jan van den) noemde zich ‘Patricius van Antwerpen,’ en schreef op elk der XVI boeken van Pegasides Pleyn van zijn tijdgenoot Houwaert, een sonnet. Hij overtrof hem niet in poëzy, maar gebruikte minder bastaardwoorden. Zijne zinspreuk was: Tempera te tempori (Schik u naar den tijd). Hij overleed te Antwerpen in 1590.
Hij schreef in het Ned. en Fransch:
Cort begryp der XII boucken Olympiados, in 't Vl. en Fr., Antw. Giles van den Rade, 1579, kl. fol. met portret van den Schrijver, in 't koper.
Hymne de Braband, Anvers, 1580, fol. avec fig.
De poëtische Wercken van mijn Heere van der Noot, 1581, 1593, 1594, fol. met portret (in houtsnede) en platen. Willems bezat een exemplaar, waarbij gevoegd was eene copie van verschillende stukken, getrokken uit de archiven van Antwerpen, rakende van der Noot's poorterschap, verkregen 2 Junij 1558, zijn huwelijk te Leuven en onderstand in geld voor het in druk geven zijner werken.
Diverses Oeuvres poëtiques, Anvers, 1581, 1 vol. kl. fol.
Zie Willems, Verh. over de Ned. Taal- en Lett. D. I. bl. 290; Antw. Alm. 1820. bl. 53; Witsen Geysbeek, B.A.C. Woord. D. IV. bl. 528, 529; J.B. Willekens, Verh. over het Herdersd. Amst. 1715. bl. 190 en volg. Snellaert, Schets eener Ges. der Ned. Lett. bl. 114, 133; Bibl. Willems. T. II p. 74, 75. Groen van Prinsterer, Arch. Série I. T. II. p. 333 b. Nieuwenhnis.