[Jacob Kornelis van Nobel]
NOBEL (Jacob Kornelis van), schepen te Amsterdam. Toen het graauw in 1566 aldaar het karthuizer klooster plunderde, en de schout eenige plunderaars gevat had, en de stad stad in rep en roer raakte, zond de raad hem, den onderschout Willem Maartenszoon Kalf en den burgerhopman Clement Volkertszoon Coornhert, den schout te gemoet, met last om de gevangenen wederom te ontslaan.
Zie Brandt, Hist. der Ref. D. I. bl. 382, 383; Wagenaar, Amst. D. III. bl. 192, 193.