[Mattheus van Nispen]
NISPEN (Mattheus van), geadmitteert landmeter, onderwijzer in de landmeetkunst en boekverkooper bij de Nieuwbrug in het huis genaamd de Zonnewyser, te Dordrecht.
In 1662 gaf hij Beknopte Land-meet-konst leerende in 't korte, alles wat in 't gemeen in de Practycke des Landt-metens voorkomen kan, in 1669 en later herdrukt met het tractaat van Landsmaten door J.P. Dou, ende C. Eversdyck ende andere, opgedragen aan Cornelis Pompe van Meerdervoort, ridder enz. Uit het woord aan den lezer blijkt, dat hij, zoo met den hoogleeraar Clement van Zorgen, als met den beroemden wiskunstenaar Dirck Rembrandts van Nierop in betrekking stond. In 1689 en 1696 en welligt later zijn er herdrukken van dit boek verschenen.
Comeet-gespreck tusschen Mr. Abraham ende Justinus aeng de hedendaegsche Steert-sterre. Mitsg. of men uyt deselve yets lesen kan, Dordr. 1681.
In 1685 gaf hij in 4o. in het licht:
Philippi Lansbergi Astronomische en Geometrich Quadrant, mitsgaders deszelfs onderwijs: zijnde seer nut en vermaecklijck voor alle krijghs-officieren, ingenieurs, kooplieden, landtmeeters, zeevarende ende reyzende lieden en alle liefhebbers van Mathematische Speculatien.
Het blijkt uit deze beide werken, dat van Nispen ook de Nederduitsche lier, schoon zeer gebrekkig, heeft bespeeld. In 1700 kwam te Amsterdam bij J. van Oosterwijk in 4o. in het licht:
Brief aan den Heere Mattheus van Nispen, beroemd Wiskunstenaar en Landmeter te Dordrecht, waar in het verschil over 't einde der zeventiende eeuw nader ter toetse komt, en de redenen van J. Bagelaar en Petrus Jens in hunne aanmerkingen en onderzoek wegens dit stuk overwogen worden en
Aanmerkingen op den Brief van F. Halma aan M. van Nispen, over het begin der achttiende eeuw, 4o.
Hij huwde Maria, dochter van Jacob van der Eijk, secretaris van den Hove en hooge Vierschaar van Zuid-Holland en van Sara van Wel, die hem 4 kinderen schonk, die bij Balen, Beschr. van Dordr. bl. 928, worden vermeld.