[Johan van Neurenburg Willemsz]
NEURENBURG Willemsz. (Johan van), te Dordrecht geboren, werd in 1643, acht, in 1647 veertig, in 1650 raad, 1654 schepen zijner geboortestad, in 1656 gecommitteerd ten beleide van stadszaken, in 1673 burgemeester van 't gerecht, in 1674 burgemeester van de gemeente, en als zoodanig gouverneur van Dordrecht, representerende baron van de Muwede, gevolmagtigde ter thesaurie in burgemeesters-kamer ter bezorging, en besoignes van stads finantien, commercien en policien etc., colonel en artillerymeester. Ook was hij sedert 1672 directeur van den Levantschen handel op de Maze, voorts leproosmeester van de gevangenen en krankzinnigen en vader van de cellebroeders en tuchtelingen goederen, kerkmeester, weesmeester ter weeskamer, superintendent van de koopmansbode, en ordinaris wachtschuiten op Kampveer, Bergen op Zoom, superintendent van 't stapelregt. grachtmeester, deken van de verwerijen, weef- en meelmeester, staal- en tarrameester, overman der huis timmerlieden, superintendent van de lakenhal. Meermalen werd hij gecommitteerd op de vergadering der Staten van Holland en West-Friesland. Zijn zoon Jacob werd in 1670 acht en veertig en bekleeddereeds verscheidene andere posten; zijn kleinzoou Johan was Heemraad van de Krimpenerwaard.