Daar zij zulks doet op een betoogenden trant, in een dorren, schralen, didaktischen vorm, zonder eenige beeldspraak, schildering of verheffing, maar in plaats van dit alles, voorzien met geleerde noten, die hetgeen zij wilde ophelderen, nog duisterder maken of overtollig zijn, is de lezing er van alles behalve aangenaam. Ongunstig is dit oordeel van Witsen Geysbeek, die de populaire levensphilosophie van Jufvrouw van Merken verre stelt boven hare savante kamerphilosophie. Zij gaf ook in 1738 te Amsterdam een treurspel Childerik, gevolgd naar het Fransch van de Morant, met pl.
Volgens sommigen heeft zij onder den naam van Vrouwe C.P. uitgegeven:
Bespiegelingen over Gods kerk- en waereld bestier enz. Ann. 1751, Vervolg van Stichtelijke Gedichten op vers. onderwerpen. Ald. 1757 en anderen, doch meer waarschijnlijk is de gissing dat onder dezen naam schuilt Catharina de Wilde, echtgenoot van Mr. Josua Brakonier (zie ald.) Zij zette ook Voltaires Discours sur la légalité des conditions over.
Zij overleed ongehuwd in 1781.
P. Boddaert vervaardigde twee gedichten op haar portret, door Verkolje geschilderd.
Zie verv. op J. Wageuaar Amst. fol. bl. 554. Bijvoeg. op J. Kok, Vad. Woordenb. D. III bl. 240. Witsen Gijsbeek, B.A.C. Woordenb. D. IV bl. 465; J. de Vries, Gesch. d. Ned. Dichtk. D. II bl. 246; Siegenbeek. Beh. Gesch. d. Ned. Letterk. bl 265. A. van Halen. Panp. p. 219, Cat. d. Maats. v. Ned. Letlerk. D. I, bl. 258, b. bl. 150. Hamburger freimüthiger Urtheite 1755, p. 646; Adelay en Retermand, Kobus en de Rivecourt.