[Simon Nauta]
NAUTA (Simon), zoon van Simon Nauta, lid der vroedschap van Franeker, aldaar in Januarij 1727 geboren. Na de triviale scholen zijner geboortestad doorloopen te hebben, werd hij student te Franeker, oefende zich in de godgeleerdheid onder Aeg. Gillissen en H.W. Bernzau, werd in October 1751, na voor de classis van Franeker geexamineerd te zijn, tot het S. Ministerium toegelaten, volgde in 1753 H. Adema, toen tot predikant te Huizum, later te Zwol beroepen, als corrector te Franeker en in 1760 Wilhelmus Jacobus Roldanus als predikant te Wolvega op. In 1770 hield hij eene Lijkrede over 't afsterven van den Hoog Welgeb. Heere Jonkheere O.Z. van Haren, Grietman van Weststellingwerf, op den 2 September 1779, in Wolvega, over Job. XIV: 2, uitgegeven te Zwolle, 1779, 8o.
Hij overleed hier, sedert April 1803 emeritus, 23 Maart 1810.
Zie J. Engelsma, Volgl. d. Predik. van Zevenw. bl. 274; Boekz. der gel. Wereld. 1780. bl. 44, 45; Verslag v.h. Friesch Genootsch. 1859-60, bl. 365.