[G.W. Motman]
MOTMAN (G.W.), drossaard der vrijheid Rozendaal, en rentmeester van de domeinen van Willem V te Breda, ijverig Oranjeman, die in 1787 te Breda plegtig des Prinsen verjaardag vierde, en de patriotten tegenwerkte. Hij werd beschuldigd van een som van f 100,000 genoten te hebben voor het beloven van protectie aan de geëmigreerden uit de Oostenrijksche Nederlanden (1792). Van de Spiegel noemt hem ‘den befaamden Motman,’ en voegt er bij: ‘bekend is het, dat deze door zijne frequente apparitie ten deezen tijde in Brabant, de aandagt van allen, en zelfs van het ministerie tot zich getrokken heeft; zelfs werden, toen ter tijde, de wissels op hem geëndosseerd, onder voorwendsel, dat het penningen waren uit de administratie der domeinen van zijn hoogheid, proflueerende.’
Zie Verzameling van stukken in de zaaken van L.P. van de Spiegel, bl. 37; R.L. Bouwens, aan zijne committenten, bl. 328; Vervolg op Wagenaar, D. XIX. bl. 357, 358; D. XXIII. bl. 268, volg.