driet, wijl zijne plannen tot ontvlugten niet gelukten, was gestorven. Men hield Montigny voor een wijs en bekwaam man, doch weiflelende in zijne godsdienstige beginselen. Zijn lot en dood heeft den dichter Klyn aanleiding gegeven tot het schrijven van zijn treurspel Montigni.
Montigny was ridder van het gulden vlies, zijn afbeelding bestaat.
Zie Gysius, Ned. Ber.; E. Eremundus, Orig. et Histor. Belgic. Tumlt.; Hopperus, Rec. des troubles, Livr. I. Ch. I. p. 19, Livr. II. Ch. VII. p. 58, 62, 63, Livr. III. Ch. II. p. 76, Ch. III. p. 77, 78; Viglii Vita, N. LXXVIII p. 37; Burgundii, Hist. L. I. p. 53; Bor, Ned. Hist. B. II. bl. 44 (62), 45 (62), 77 (109), B. IV. bl. 120 (170); Hooft, Ned. Hist., B. III. bl. 80; van Meteren, Ned. Hist., B. II. bl. 38, B. III. bl. 53; Strada, de bello Belg., Dec. I. Lib. V. p. 262; Proces van Egmond, bl. 648; Cerisier, Tafereel der Algem. Geschied., D. III. bl. 168; Wagenaar, Vad. Hist., D. VI. bl. 42, 72, 121, 131, 155, 157, 161, 195, 196, 246; van Wijn, Bijv. en Nal. op D. VI. van Wagenaar, bl. 35, 266, 266, 267; van Mieris, Nederlandsche Vorsten; te Water, Verbond der Edelen, D. I. bl. 14, 117; Beaufort, Leven van Willem I, D. I., D. II.; Bilderdijk, Geschiedenis des Vaderlands, D. VI. bl. 28 v., 56, 81, 235, 240; van der Vijnckt, Nederl. ber.; Scheltema, Staatkundig Nederland; Schotel, Floris I en II van Pallant; van Vloten, De dood van Montigny, volgens de oorspronkelijke in Spanje gevonden papieren, in Vad. Lett., 1852, D. II. bl. 357; Dez.,
Montigny's leven en dood in Spanje, Amsterd. 1853; L.B. Gachard, La mort de Floris de Montmorency exécuté dans le Chateau de Simancas in Bull. Ac. R. Br. XIX. 3. p. 105; Over den dood van Montigny in Hist. Gen. Kron., 3 Jg., bl. 59; Groen van Prinsterer, Archives, T. I. p. 17, 35, 116, 139, 137, 173, 179, 279, 416, 426, 443, T. II. p. 359; Kunst- en Letterb. 1861, No. 13; Hoogstraten; Kok; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt.