[Pieter de Monte de Buret]
MONTE de BURET (Pieter de) of MONTANUS BURETIUS (Petrus), derde zoon van Pieter de Monte de Buret en Catharina Nein, werd voor het eind der 15e eeuw te Perweis geboren, studeerde te Leuven, werd er licentiaat in de Godgeleerdheid, volgde in 1539 Christophel van Harebeeck als regent van het collegie de Valk op, werd in 1542 rector der hoogeschool, doch trad kort daarop in de orde van St. Franciscus, en onderwees ten minste tot 1555 de theologie in hetzelfde klooster, waar in hij zijn gelofte had afgelegd: vervolgens werd hij gardiaan te Leuven en op andere plaatsen, en was tot in 1578 te Antwerpen. Hij weigerde den voorgeschreven eed te doen, den aartshertog Matthias te gehoorzamen, hem met goederen en leven te verdedigen en don Jan van Oostenrijk als vijand te beschouwen. Hij werd hierop met 14 monniken die even min als hij tot het afleggen van dien eed konden besluiten, naar Mechelen en van daar naar Leuven vervoerd en onder weg door de Calvinisten van alles beroofd. Hij overleed kort daarna 20 April 1579 te Leuven aan de pest.
Hij was de jongere broeder van Aegidius de Monte, bisschop van Deventer.
Hij schreef:
Dominicae Passionis secundum quatuor Euangelistas delucida eruditaque narratio, ex veterum orthodoxorum commentariis studiose desumpta atque concinnata. Antv. 1555, 1565, 12o. Multo exactius quam antea aó ipso authore recognita. Antv. 1571, 12o.
Elucidationes in Septem Psalmos Poenitentiales. Antv. 1569, 16o.
Hij stelde ook een verhaal op van het geweld hem en zijne broeders in 1578 te Antwerpen aangedaan, waarvan de hoofdzakelijke inhoud is te vinden in: Commentarius rerum in Belgio gestarum a Petro Henriquez Comite Fontano. Colon. 1611, 4o., van den Jesuit Del-Rio.