bloeiden, heeft hij afgebeeld, zoo als prins Maurits, Frederik Hendrik, Willem I, Lodewijk van Nassau, P.C. Hooft. Ook de Groot en Oldenbarneveld van welke laatsten de meesten door zijn schoonzoon, Willem Jacobsz. Delff en anderen zijn in 't koper gebragt. Kramm vermeldt 4 van zijne historieele onderwerpen, het oordeel van Paris, Venus en Cupido, Juno, Pallas, door W. Swanenburg in 1609 kl. f. gegraveerd en verzen er onder van P. Scriverius. Nagler vermeldt twee etsen van hem: Judith met het hoofd van Holofernus en de Samaritaansche vrouw met Jezus in gesprek bij de waterput. Tot zijne leerlingen behoorden Pieter Gueerits Montfort, Nicolaas Cornelius, Pieter Dirck en Kluyt. Zijn wapen was: schild coupé, 1) zilver met drie pals van keel; op het laatste zilveren veld drie zwarte sterren, 2) goud veld met een molenijzer van azuur, rondom drie narrenbeelden van azuur, twee en één geplaatst. Hij is meermalen afgebeeld, en overleed te Delft in 1641. Joachim Oudaan vervaardigde een grafschrift op hem.
Zie Houbraken, Jacob Campo Weijerman, Immerzeel Kramm, Descamps, Belkington, Fiorillo, Geschichte der Malerey in Grosbrittannie, S. 335; Ned. kunstbl. 10 Febr. 1844; Collot d'Escury, Hell. roem; P.C Hooft, Brieven; Bleiswyck, Beschr. v. Delft; bl. 850; Dodt, Archief, D. V; Woordenb. d. Zamenl.; Hoogstraten; Kok; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. portr. Kunst- en Letterb. 1847 No. 5, (verg. met Kramm, bl. 1121); Oudaan, Gel. bloemkrans van ged. bl. 63.