[Remetius Meijer]
MEIJER (Remetius), zoon van Remetius Meijer, ambtman te Oldersum, en Judith Commelyn, ontving zijne eerste letterkundige opleiding te Emden onder den rector Tabing, studeerde later te Groningen en Utrecht, werd in 1693 predikant te klein Borssum, onder Emden, en twee jaren later te Oldersum. Hij overleed den 28 Nov. 1745, in den ouderdom van 51 jaren. Hij beoefende, gelijk zijn voorganger, de poezij, en gaf in het licht:
De Heidelbergsche Catechismus in rijm gesteld. Leeuw. 1716. 8o.
Zie Boekzaal der Gel. Wereld, 1745 b. bl. 753; 1746 a. bl. 356; Abcoude, Naamreg. bl. 245.