Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Tweede stuk
(1869)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 793]
| |
mie. Na eenige jaren die betrekking vervuld te hebben, deed hij met zijn kunstbroeder W. Hendriks een reis naar Engeland. Bij zijne terugkomst in het vaderland, hield hij geen vaste woonplaats. Hij teekende en schilderde somtijds landschappen. Zijne teekeningen met sap- en dekverwen en met O.I. inkt zijn, ofschoon te kort schietende in effect en meesterlijke behandeling, echter rijk en geestig, zijne stoffaadje allerliefst van teekening en in overvloed aangebragt. Ook beoefende hij de etskunst. Heller noemt twee stuks van hem als: Een landschap met eigenaardige gebouwen bij een onweêrsbui, 1769 4o. en het kasteel te Wijk bij Duurstede, 1765 4o. Hij begaf zich in gevorderden leeftijd naar Londen, waar hij 1793 overleed. Zie Immerzeel, t.a.p.; Kramm, t.a.p. |
|