[Paulus van Loo]
LOO (Paulus van), van 1562-1579 Drost van Muiden. Toen men in 1572 de stad Enkhuizen aan de zijde van Oranje zocht overtehalen, wendde hij vruchtelooze pogingen aan en een karveelschip met krijgsvolk er binnen te brengen. Pieter Luitgenszoon Buiskes, een balling, doch thans heimelijk binnen gelaten en Cornelis Janszoon Brouwer stonden hem in den weg. Even ongelukkig slaagde hij ten aanzien van Naarden, 't welke hij met eenige Spanjaards zocht te versterken tegen de ondernemingen van Graaf Willem van den Berg, die er zich, zijns ondanks, voor Prins Willem meester van maakte. In 1575 werd hij door de staatsgezinden opgeligt en te Delft in hechtenis gezet. Hier zat hij tot omtrent het midden des volgenden jaars, toen hij gelegenheid vond te ontsnappen. Op nieuw aanvaardde hij thans zijn post van Slotvoogd van Muiden en Baljuw van Gooiland, waarin hij weder werd bevestigd, mits eed van getrouwheid aan de staten afleggende, toen in het volgende jaar de stad en het kasteel van Muiden voldoening van den Prins van Oranje ontvingen. Niet lang bleef hij echter in die betrekking, verschil met de Staten gekregen hebbende, werd hem het slotvoogdijschap van Muiden en, daar men zijne trouw verdagt hield, het Baljuwschap van Gooiland en zijne vedere bedieningen ontnomen (1579). De Prins was hem echter niet ongenegen, wijl hij, op dien, aanbeveling, tot buitengewoon Rekenmeester van Holland, doch zonder wedde, werd aangenomen, en vervolgens, op hooge last, Gooiland ontruimd hebbende, zijn verblijf nam te 's Hage.
Zie Brandt, Enkh. bl. 3, Bor. Ned. Oorl. B VI bl. 277; Hoofd, Nederl. Hist. B. IX bl. 448; Viglius, ad Hopper, Ep. CCLVI p. 850; Resol. v. Holl. 21 Junij, 26 Julij, 3 Aug. 1576 bl. 98, 123, 144, 23 Julij 1579 bl. 167, 5 Jan. 20 Sept. 1581 bl. 3, 498, 23 Febr. 10 Sept. 1582 bl. 82, 435; Wagenaar, Vad Hist. D. VI bl. 357, 368. D. VII bl. 98, 133, 184; Koning, Slot te Muiden. bl. 115; Kok, Vad. Woordenb. D XXII bl. 151, 153.