[Joannes Hobertus van Lommel]
LOMMEL (Joannes Hobertus van), ook Joannes Huberti of Huyberts, naar zijne geboorteplaats soms Lomelanus genoemd. Na eenigen tijd de parochiën van Wilde en Geel bediend te hebben, werd hij te Leuven hoogleeraar in de regtsgeleerdheid, waarin hij den graad van licentiaat verkreeg. Hij is ook geweest raadsheer in den Hoogen Raad van Brabant, kanunnik der hoofdkerk van Luik en der collegiale kerken van Antwerpen en van Mechelen, en aartsdiaken van Famenne, onder het Luiksche bisdom. In de plaats van Adrianus Boyens, proost der St. Salvatorskerk te Utrecht, en daarna paus, onder den naam van Adrianus VI, werd hij door Leo tot zijn zaakgelastigde aangesteld. Hij verwierf ook het vertrouwen van den kardinaal van Enckevoort, die zijne bedieningen door hem liet waarnemen. Huyberts volbragt de hem opgelegde taak met groot beleid en maakte zich door een wijs en voorzigtig gedrag zeer verdienstelijk. Hij is den 17den October 1532 te Antwerpen overleden, nadat hij te Leuven eenige milddadige schikkingen ten voordeele der studerende jeugd had daargesteld. Ook had hij ten behoeve van tien dochters eenigen onderstand aan het Bagijnhof te Leuven verleend. Een Latijnsch werk (Interpretatio Brevium atque Indulgentiarum), door Huyberts geschreven, is bekend. Het handelt over het kerkelijk regt en over de pauselijke bevelschriften.
Zie Val. Andreas, Bibl. Belg. p. 528; Fasti Acad. p. 258. Foppens, Bibl. Belg. T. II. p. 678; Hermans, Consp. p. 40; van Gils en Coppens, Nieuwe Beschr. van het Bisd. van 's Hert. D. I. bl. 366, D. V. bl. 182, 183