schriften opgenomen, met goed gevolg verrigte kunstbewerkingen, gekenmerkt.
Zijn roem nam niet weinig toe, sedert de gelukkige operatie aan het been van koning Willem I. Na welke verrigt te hebben, hij tot dezen zeide: ‘Uwe Majesteit heeft zich koninklijk gehouden.’ Op deze kunstbewerking slaat ook het gedicht van D.J. den Beer Poortugael onder zijn portret, naar Davidson, door L. Springer te Leyden op steen gebragt.
‘Hier leeft die zes maal wierd bekroond,
En 't gouden eerloof weg mogt dragen,
Wiens borst, naar 's konings welbehagen,
Het kruis ciert, dat zijn zorgen loont,
Wiens kunde en welbedreven hand,
Dien vader (met Gods hulp) behield voor 't vaderland.’
Hij gaf afzonderlijk in het licht:
Verhand, over de lies- en balzaks-gezwellen, Amst. 1778. gr. 8o.
Over de zwarte Staar, Amst. 1812. gr. 8o.
Verhand. over de vleeschgezwellen, Amst. 1819. 8o.
J.C. Reich en J. Logger, Verhandeling over het afzetten der ledematen, met eene plaat, Amst. 1812. gr. 8o.
Verhand, over de onderscheidene kenmerken der breuken, Amst. 1797.
Hij overleed te Leiden den 12den October 1841, in den ouderdom van 82 jaren.
Zie Kunst- en Letterb. 1841. No. 46; Programma van het Provinc. Utr. Genootsch, van Kunsten en Wetensch. voor het jaar 1842. Brinkman, Naaml. van Boek.