[Hue of Hugo van Lannoy]
LANNOY (Hue of Hugo van), heer van Santes, in 1384 gcboren, Raad van hertog Philips van Bourgondië en kapitein van Schoonhoven. Hij werd in 1433, nadat Jacoba van Beijeren van den titel van gravin afstand had gedaan, stadhouder van Holland, in plaats van Frank van Borselen. Hij voldeed volkomen aan de inzigten van hertog Philips en wist de Hoekschen zoo ver buiten alle bewind te houden, dat zij zich noch reppen noch roeren durfden. In 1440 werd hij opgevolgd door Willem van Lalaing, heer van Binguicourt. Men vindt zijne afbeelding op eene teekening, beschreven door van Wijn in de Bijlage achter de Aanm. en Bijv. op het derde deel van Wagenaar's Vad. Hist. en door Kobell gegraveerd. Zijn wapen was wit met drie groene leeuwen, zijnde de rand van het schild uitgetand met rood. Deze tand is een breuk in 't wapen, 'tgeen Hue onderscheidt van zijne tijd- en geslachtgenooten, Guillebert, Baudouin en Johan de Lannoy, even als hij, ridders van het gulden vlies. Na zijne aftreding vertrok hij naar Vlaanderen, waar hij in 1456 in den ouderdom van 72 jaren stierf.
Zie Wagenaar, Vad. Hist. D. IV. bl. 1; van Wijn, t. en p. bl. 109 en op Wagenaar, D. III. bl. 5; van Leeuwen, Bat. Illustr. p. 1385; Arend, Vad. Gesch. D. III. bl. 18, 19, 22, 35; Scheltema, Staatk. Nederl. D. II. bl. 18.