[Reinier Langewagen]
LANGEWAGEN (Reinier) klom langs verscheidene trappen ten top van eere op, tot raad, burgemeester, ontvanger der gemeene lands-middelen en bewindhebber der Oost-Indische Maatschappij ter kamer Hoorn. Hij was de partij der de Witten toegedaan, en bezwoer en teekende het beruchte Eeuwig Edict.
Zulks was voldoende, om hem in 1672 bij het gemeen, toen het de lucht gekregen had van de aangevangen handeling met Frankrijk, die men zeer nadeelig voor het vaderland hield, in haat te brengen.
Toen hij den 27sten Augustus met een sloep van het Oost-Indische huis, voor het hoofd en den toren te Enkhuizen aankwam, raakte dit ter oore van het volk, dat, toen het hem zag, begon te roepen: Dief! Dief! De wagen stond wel twee uren voor het huis te wachten, hetzij hij vreesde buiten te komen, of dat hij met eenige der Enkhuizer bewindhebbers of hun boekhouder, wat te doen had. Eindelijk kwam hij doodelijk ontsteld, en over al zijne leden trillende, onder een groot gejouw en geroep, voor den dag, terwijl er al één onder den hoop was, die het mesje gereed had, om de wagenstrengen stuk te snijden. Naauwelijks was hij er in, of de wagen joeg gezwind voort: doch aan de vierde kerk in de streek eens pleisterende, raakten de boeren aldaar ook in beweging; maar hij rukte snel naar Hoorn, waar hem insgelijks eenige moeijelijkheden bejegenden.
Den 21sten September, toen de regering te Hoorn afgezet,