[Jan, heer van Langerak]
LANGERAK (Jan, heer van) een edelman en ridder uit de veertiende eeuw, de regterhand van den niet zeer krijgshaftigen Jan van Chatillon, graaf van Blois. Bosscha noemt hem den eersten Nederlandschen artillerist en ingenieur van eenige verdienste, een ridder van veel overleg en bekwaamheid. Hij was kastelein van het slot te Schoonhoven in 1361, toen aldaar reeds eene donderbuskamer, althans donderbussen voorhanden waren. Op zijn eigen slot te Langerak had hij in 1368 ook donderbussen, en hij bestuurde in 1371 het beleg van Lobith.
Zie de Lange van Wijngaarden, Beschr. der Heer. en Stad van der Goude, bl. 710, 339; Bosscha, Neêrl. held. te land, D. I. bl. 103, 104.