het aan den hertog van Bourgondie op. Petrus Rabus noemt hem, ‘den schranderen Langenheit’ geeft in zijn Boekzaal van Europa, een uitvoerig verslag van dit werk, en deelt daarin een betoog dat de beesten geen gevoelen hebben van hem mede. Nopens dit laatste zegt hij: ‘dat dit betoog door Langenheit op eene wiskonstige wijze, zoo kragtig is uitgewerkt, dat het niemand zal ontzenuwen.
Zie P. Rabus, Boekz. van Europa, 1697. D. I. bl. 54, 1701. D. II. bl. 648.