voortgaan met het Paalwerk te doorknagen op de hoogte van de dagélijksche peil van 't water tot de grondt van de zee, toe, geen middel kan gevonden worden om zulks te beletten, Amst. Erven Ratelband en Co., 1733. fol. met af beeldsel.
Dringende noodzaak om aan alle Zeedijken, gelegen aan de Zuiderzee en het IJ, nieuwe buitenwerken te maken.
Zie Boekz. 1733, a. bl. 299-313; Nav. D. IV. bl. 58; Arrenberg, Naamr. bl. 294.