[Alexander Lainez]
LAINEZ (Alexander), werd in 1650 te Chimay geboren, en studeerde te Rheims. Hij had weinig smaak voor de schoolsche wijsbegeerte, en in plaats van zich er in te oefenen vertaalde hij Petronius, die later zijn geliefdkoosde schrijver bleef. Uit Rheims begaf hij zich naar Parijs, waar hij in kennis kwam met den ridder Colbert, kolonel bij het regement van Champagne. Hij volgde dezen vervolgens naar het leger, en verklaarde hem de merkwaardigste gedeelten van Titus Livius en Tacitus. Verscheidene officieren waren hierbij tegenwoordig en deelden hem hunne aanmerkingen en bedenkingen mede. Hij bleef niet lang in het leger, maar doorreisde de Levant; bezocht Griekenland, de eilanden van den Archipel, Natolië, het H. land, Egypte, Maltha, Sicilië, de voornaamste steden van Italië en keerde over Zwitserland en Frankrijk terug. Deze reizen bragten hem in betrekking met den beroemden aardrijkskundigen De l'Isle en met de Tralage die hem, bij de teekening zijner kaarten, dikwerf raadpleegde. Op bevel van den Minister de Louvois, werd hij, op vermoeden dat hij de schrijver van eenige politieke brochures was, door den abt Faulbrier, intendant van Fransch-Henegouwen, te Chimay, waar hij zich sedert zijne terugkomst, aan de beoefening der poëzij wijdde, bezocht, en toen hij niets dan geestige gedichten bij hem vond, nam hij hem, die zich in een kommerlijken toestand bevond, met zich naar Parijs. Eenigen tijd daarna vertrok hij naar Holland, om Bayle te bezoeken. Van daar ging hij naar Engeland, en vestigde zich eindelijk te Parijs, waar hij den 18den Augustus 1700 stierf. Lainez muntte als letterkundige, aardrijkskundige en dichter uit, en verstond het, Fransch, Spaansch, Italiaansch, Grieksch en Latijn.
Men heeft van hem:
Poèsies de Lainez, la Haye, aux dêpens de la Compagnie, et se trouvent à Paris chez Thibourt. 1753. 8o.
Men zegt dat hij ook Petronius heeft overgezet. Ook vervaardigde hij een Grieksch gedicht tot lof van Homerus en een Latijnsch gedicht van omstreeks 600 verzen op de eerste overwinningen van Karel XII.
Zie Biogr. Univ. o.h.w. L'advertissement voor zijne Poësies; M. de St. Marc, Remarq. sur les Addit. an Bolaeana in Oeuvres