Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
(1865)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
zijn broeder Jan (die volgt) op diens reizen en beoefende, gelijk deze, het miniatuurschilderen en graveren. Vooral legde hij zich toe op het naauwkeurig afteekenen en graveren van Europesche vlinders. Hij stierf omstreeks 1770. Vier jaren later gaf M. Houttuin te Amsterdam dertig stuks platen van hem uit, bevattende zeventig veranderingen dier insecten. Onder deze zijn er echter, die, minder naauwkeurig geteekend en geëtst, waarschijnlijk van zijn zoon zijn.
Zie Immerzeel, Lev. en Werken der Holl. Kenstsch. D. III. bl. 146. Kramm, Lev. de Holl. Schilders. D. III. bl. 930. |
|