[Dirk Hendrik Kolff]
KOLFF (Dirk Hendrik) was een verdienstelijk zee-officier, van wien ons weinig berigten bekend zijn. Wij ontmoeten hem, met den rang van kapitein-luitenant, het bevel voerende over het fregat Mars van 44 stukken, in den zeeslag bij Kamperduin op den 11den October 1797. Daar kweet hij zich uitmuntend van zijnen pligt. In 1799 den rang van kapitein hebbende, voerde hij het bevel op het schip Utrecht, met 68 stukken, waarmede hij behoorde tot het escader van den schoutbij-nacht Story, die dat escader in laatstgenoemd jaar aan de Engelschen overgaf. Even als alle andere officieren te dier zake in arrest genomen, wist hij gedurende het regtsgeding uit de gevangenis te ontvlugten, en werd daarop verklaard meineedig, eerloos en infaam, mitsgaders lijf en leven verbeurd hebbende, vervallen van alle militaire bedieningen, welke hij in dienst der republiek bekleed had, en alzoo veroordeeld om, zoo hij immer weder in handen der justitie mogt geraken, te worden gebragt aan boord van een van 's lands schepen van oorlog en aldaar met kruid en lood ter dood te worden gebragt.
Na zijne veroordeeling hield hij zich waarschijnlijk in Engeland op, totdat hij bij de oprigting van het Koningrijk der Nederlanden weder in dienst trad en den 1sten Julij 1814 als kapitein ter zee het opperbevel verkreeg over het fregat van der Werff. Zijn verder levenslot is ons onbekend. Hij was gehuwd met Margaretha Maria van Braam, zuster van den raad van Indië Jacob Pieter van Braam. Hun zoon volgt.
Zie Vonck, Geschied. der landing van het Eng. Russ. leger, D. II. Bijl. bl. 41-43; Krayenhoff, Geschiedk. beschouw. van den Oorl. bl. 59, Bijl. bl. 39, 46; de Jonge, Gesch. van het Ned. Zeewez. D. VI. St. II. bl. 203, 396, 397.