Hij schreef ook eene verhandeling over de 7 en 8 artikels van het landregt van Overijssel, 2 deelen, tit, 21, geplaatst in het 3de deel, 2de stuk van de Verhandelingen van het Genootschap: Pro Excolendo Jure Patrio (1791).
Zie Tegenw. Staat van Overijss. D. I. St. II. bl, 333, 334; de Jonge, Naaml. van Boek., bl. 672.