Nader en uytvoerig verhaal van het Heerlijk uitmuntende werk Gods, naar het Engelsch van J. Robe, Rott. 1743. 8o.
De Leere en Leiding des Euangeliums tot zaligheid van Zondaaren, zijnde den inhoudt van verscheyde Leerredenen over de allergewigtigste stoffen, uit het Engelsch door Willem Hovy en Jacob de Koning, Rott. (1761) 4o.
Het Leven en de Bekeeringe, de merkwaardige Gevallen en het singulier afsterven van T. Halyburton, met een voorrede over dit nuttig werk aangetoont, Rott. 8o. 2 deelen.
Nederige verdediging van het werk des Heiligen Geestes, in de Overtuyging en Bekeering van veele Zielen, eenige jaaren geleden in Schotland, en nu onlangs te Nieukerk en op andere plaatzen in Gelderland, tegens de misduidingen en tegenwerpingen van een naamloos schrijver in zijne Aanmerkingen op het verhaal en de verdediging van Do. Ger. Kuypers, uyt het Engels vertaalt door W. Hovy en Jacob de Koning, Rott. 1751. 4o.; meermalen herdrukt.
Aanmerkingen dienende tot opheldering van de sterkte en genoegzaamheid der blijkbaarheid, voor een groot werk der genade te Nieukerk enz. waarin de beuzelachtige berispingen van den Prof. Joan van den Honert, T.H.Z. op eenige woorden of regelen van de nederige verdediging enz. onderzogt en wederlegt worden, uit het Engels vertaalt door W. Hovy en Jacob de Koning, Rott. 1752. 4o.
God die den Godloozen Regtvaardigt, de Regtvaardiger van allen die in Jezus Christus gelooven; ofte een schriftmatige verklaring van de Regtvaardiging der uitverkoornen door het geloof; in het Engelsch beschreven en in het Nederduitsch vertaald door W. Hovy en J. de Koning: waarbij gevoegt is een Praktikale verhandeling van denzelven Autheur over 2 Cor. V:21. Vertaald door C. Brem, Rott. 1761. 8o.
Zie Boekz. der gel. wereld, 1738, b. bl, 365, 1742, b. bl. 627, 1743, a. bl. 93, 204, 1746, a. bl. 728, 1761, a. bl. 98, 99, 353, 1764, b. bl. 737-739; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek., D. I. St. III, V; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; Brans, Kerk. Reg. bl. 87.