[Danker de Kempenaer]
KEMPENAER (Danker de), zoon van Hendrik de Kempenaer, koopman te Amsterdam, en van Geertruid van der Waeyen, zuster van den hoogleeraar Jan van der Waeyen. Den 15den November 1668 te Amsterdam geboren, werd hij op twintigjarigen leeftijd reeds secretaris van het collegie ter admiraliteit van Friesland. Achtereenvolgens werd hij benoemd, in 1705 tot raad ordinaris in den hove van Friesland, in 1711 tot raad in de vroedschap van Harlingen en later meermalen tot burgemeester aldaar. Als zoodanig bekleedde hij namens de stad de meeste en aanzienlijkste gewestelijke generaliteits-commissien, die hij met roem vervulde en waardoor hij, en door zijne zeldzame bekwaamheden, veel invloed erlangde. Hij overleed te Leeuwarden den 25sten Junij 1746, en was den 13den Mei 1694 gehuwd met Romelia van Andringa, oudste dochter van Tinco van Andringa, grietman over Lemsterland, en van Eritia van Scheltinga. Zij overleed den 20sten April 1743, na haar echtgenoot dertien kinderen te hebben geschonken. Daaronder komen voor: Sara Johanna, geboren den 27sten December 1700 en gehuwd aan Johan Vultejus, resident van het hof van Zweden te 's Gravenhage en van den landgraaf van Hessen, raadsheer in den domein-raad van prins Willem IV enz.; Tinco Regnerus, geboren den 17den September 1707, ontvanger-generaal van de beden en contributien van de drie landen van Overmaas; Hendrik, geboren den 14den November 1709, rentmeester van de geestelijke goederen van Peelland en de Meijerij van 's Hertogenbosch, en schepen aldaar (zijn zoon volgt hier mede); Jan, die volgt; Daniel Livius, geboren den
28sten April 1713, kapitein van eene kompagnie te voet in 1741, en ritmeester in 1745, hoedanig