[Isaacus Junius]
JUNIUS (Isaacus), volgens sommigen mede een zoon van den hoogleeraar Franciscus Junius, werd in 1607 predikant te Warmont, in 1612 te Haarlem, in 1619 te Katwijk Binnen, in 1625 te Delft, waar hij den 10den September 1636 overleed. Hij schreef:
Nootwendich vertooch van de onnoselheyt ende oprechtigheyt des E. Kereken Raets van Haerlem ende de grove, tastelijke abuysen, van sekere uit de Gemeente, die den dienst van den voorz. Kercken-Raedt in twijffel trecken... Tsamenghestelt tot onderechttinge... en de wederlegginge van.... (de) Requeste van de dolerende kercke tot Haerlem etc. Haarl. 1617.
Op aanzoek van de Synode stelde Junius eene Refutatie der Remonstrantsche Apologie op, die na zijn dood op last en door de zorg der Synode het licht zag onder den titel van:
Antapologia sive animadversiones in XVI priora cap. Apologiae Remonstrantium opus postumum, Delph. 1640. 4o.
Zie Soermans, Kerk. Regist, van Zuid. Holl. bl. 37, 54, 61; van Bleyswijck, Beschryv. van Delft, bl. 451; Kist en Royaards, Arch. voor kerk. geschied. D. VII, bl. 248, 250. 252; Muller, Cat. van Godgel. werk. bl. 156; Tiele, Bibl. van Pamfl. No. 1275.