[Jean François de Dompierre de Jonquieres]
JONQUIERES (Jean François de Dompierre de) werd geboren te 's Gravenhage den 27sten November 1775 en was de oudste der drie zonen van den raadsheer mr. H.P. de Dompierre de Jonquieres, afstammeling van een sedert de herroeping van het edikt van Nantes in de Nederlanden gevestigd geslacht, en van Cecile de Coninck. Hij studeerde te Leiden in de regten onder de hoogleeraren Pestel, Kluyt en van der Keessel, en werd er tot advokaat bevorderd na verdediging eener dissertatio de Emphyteusi. Bij de omwenteling van 1795 verliet hij dit land, en begaf zich naar Koppenhagen. Als lid van den kerkeraad der Fransche Hervormde gemeente aldaar, werd hij benoemd tot lid van het armenbestuur, en niet lang daarna tot een der drie leden van het Koninklijk Armen-Kollegie; zijnde hem mede in laatstgemelde betrekking het toezigt over eene der Armenscholen opgedragen en, voor zooveel zijn vak betrof, over het alge-