Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 9
(1860)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 202]
| |
voorkomen, zijn door hem in vloeijende Nederduitsche overgezet. Verder bezorgde hij: Beredeneerde beschouwing der Schilderkunde, door den Heer de Piles, en Zamenspraak over de Schilderkunde, door Ludovicus Dolce, waarin over de voortreffelijkheden dier konst, en de noodige vereystens van een schilder breedvoerig behandelt werdt, in 't Nederduyts vertaald door Jacobus de Jongh, Amst. 1756. 8o. met platen. Van Jacob de Jongh, de Jonge (welligt dezelfde) kwam uit: Postcomptoir van Cupido en Mercurius, uytleverende veelerley voorschriften van Briéven uyt beroemde Schrijveren, in verscheyde Taalen getrokken, en tot algemeen nut in alle voorvallen en gelegentheden byeen verzameld, enz. Amst. 1750. 8o. 5de druk, ald. 1775. 8o.
Zie Van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. V. VI. bl. 3; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht. |
|