[Jolle Jollesz]
JOLLESZ (Jolle), welligt een kleinzoon van Kornelis Korneliszoon Jol bovengenoemd, voerde in 1708 het bevel op de Gouda van 74 stukken, behoorende tot de scheeps magt van den staat in de Middellandsche Zee, onder Johan Gerrit, baron van Wassenaar, en bestemd om de krijgsoperatien der bondgenooten tegen de Franschen ter zee te ondersteunen.
Nadat de vloot te Barcelona was aangekomen, kreeg Jollesz in last om, met vijf Britsche en twee Nederlandsche linieschepen, op de kusten van Katalonië te kruisen, zoo tot bescherming van dezelven als tot vermeestering van al zulken toevoer, als de vijand zou ondernemen derwaarts te zenden, terwijl het overige deel der vereenigde Nederlandsche en Engelsche vlooten verder zou gaan. Dit smaldeel nu moest voornamelijk medewerken aan de inneming van Port-Mahon, waarna het zich naar Livorno begaf, aldaar eenen geruimen tijd bleef, vervolgens naar Barcelona trok en eindelijk naar Lissabon, om de schepen te herstellen en van het noodige te voorzien.
Meerdere bijzonderheden zijn ons omtrent Jollesz niet bekend. Hij was den 9den Mei 1699 te Amsterdam gehuwd met Catharina Maria Abo, zijnde hij toen reeds weduwenaar van Elizabeth Meijers.
Zie de Jonge, Geschied. van het Ned. Zeewez. D. IV St. II. bl. 444, 485, 486; de Navorscher, D. VII. bl. 197.