Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 9
(1860)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 47]
| |
in het begin van Januarij des jaars 1853 overleed. Hij was een man, die om zijn christelijken zin, zijne beminnelijke hoedanigheden en vriendelijke hulpvaardigheid, door ieder die hem kende, werd geëerd en bemind. Als ijverig beoefenaar der geschiedenis en oudheden deed van Ittersum zich kennen, door eene door hem opgemaakte Inventaris van zoodanige archieven en oude stukken als van eenige consideratie ter secretarie der stad Wijk bij Duurstede berustende zijn. Deze inventaris is opgenomen in de Kronijk van het Historisch Genootschap te Utrecht, D. V. bl. 283-287, terwijl in D. III van genoemde Kronijk, (bl. 74-79) eene opgave voorkomt van de belangrijke archieven die in zijn bezit waren.
Zie behalve genoemde Kronijk, de Boekz. der gel. Wereld, 1853. a. bl. 105. |
|