Lierzang op de overwinning, door het leger der bondgenooten te Blammont, op Napoleon Bonaparte behaald, op den 18den van Zomermaand 1815. 's Hage, 1815. 8o.
De moederliefde, in vier zangen, 's Hage, 1819. 8o.
Zevental leerredenen van J.A. Massillon, uit het Fransch vertaald, Rott. 1823. 8o.
Gedichten, 's Hage, 1824. 8o. 2 deelen.
Hollands leeuw ontwaakt. Tafereelen en herinneringen uit de dagen van den Belgischen opstand in 1830. 's Hage, 1830. 8o.
De lof der Belgische vrijheid, aan haar toegezongen, Amst. 1831. 8o.
Geschiedenis der belegering en kapitulatie van het kasteel van Antwerpen, in 1832, Amst. 1833. 8o.
Gedachten van Matthias Claudius, verzameld uit zijne werken, Amst. 1836. 8o.
Gedichten, bijzonder voor de declamatie, verzameld uit hedendaagsche dichters en ten deele vervaardigd door J. Immerzeel Jr. Amst. 1838. 8o. met pl.
Stalen van geestigen schrijfstijl van Paul-Louis Courier verzameld door J. Immerzeel, Jr. Amst. 1839. 8o.
Lofrede op Rembrandt, Amst. 1841. 8o. Met zilver bekroond bij de Holl. Maatsch. van fraaije Kunsten en Wetensch. en ook in hare werken opgenomen.
De Levens en Werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters van het begin der vijftiende tot op de helft der negentiende eeuw. Uitgegeven door (zijne zonen) Mr C.H. Immerzeel en C. Immerzeel, Amst. 1842, 1843, 8o. 3 deelen met portr.
Immerzeel was lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden en van een aantal binnen en buitenlandsche genootschappen. Hij maakte zich vooral jegens de Nederlandsche dichtkunst verdienstelijk, door de uitgave van den Muzen-Almanak, waarvan hij, van de oprigting af tot aan het jaar 1840, verzamelaar en redacteur was, en tot wiens zamenstelling hij zelf altijd veel en zeker niet de minstestukken leverde. Behalve de reeds genoemde bekrooning, viel hem nog in 1802 eene buitengewone zilveren medaille ten deel, bij de Maatschappij van taal- en dichtkunde voor zijn prijsvers Godsdienst de steun der Burgermaatschappij, en eene gouden medaille voor zijne Lofrede op P.P. Rubens, bij de Letterkundige Maatschappij de Olijftak te Antwerpen. Hij was gehuwd met Adelaide Louise Françoise Charlotte Cera, die hij met zes kinderen naliet, waaronder de reeds genoemde bezorgers van zijn laatste werk en eene dochter, Anna Maria, die zich als hoogst verdienstelijke schilderes onderscheidt.
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1841, D. I. bl. 417, 418; Hand.