Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk

[Pieter Heyns]

HEYNS (Pieter) of Petrus Heynsius, omstreeks 1537 te Antwerpen geboren, werd aldaar schoolmeester en legde zich op de aardrijkskunde en de Fransche en Vlaamsche letterkunde toe. Hij stierf in 1597 in den ouderdom van omstreeks 60 jaren. Hij was zeer bevriend met den beroemden Abraham Ortelius. Zijn portret gaat uit met het volgende omschrift: Bien heureux qui en Dieu se fie: Wel hem die God betrout P.H. Antv. aetat. 58, 1595, en deze regels er onder:

Hij schreef:

Spieghel der Wereldt, ghestelt in Ryme, waerin letterlyck ende figuerlyck de gheleghentheydt, natuure ende aerdt aller landen, claerlyck afghebeeldt ende beschreven wordt. Antv. 1576, 1596, 4^o., langw. form. Bij ieder der 75 kaarten welke in dezen Spieghel voorkomen, en die waarschijnlijk door Ph. Galle gegraveerd zijn, is eene korte beschrijving in verzen gewijd.

Hetzelfde werk in proza.

Le Miroir du Monde, ou Epitome du Théatre d'Ortelius, auquel se représente, tant par figures, que par charactères, la vraye situation, nature et propriété de la terre universelle. Aggrandi et enrichi entre autres de plusieurs belles cartes des Pays-Bas. Amst., pour Zacharie Heyns, 1598, petit en 4^o. oblong.

Ook vervaardigde hij in Fransche verzen: La Vie et la Passion de Jesus Christ., Anvers 1795.

Le Miroir des Vefves, tragédie sacrée d' Holoferne et Judith, (representée à Anvers l'an 1582) Impr. à Harlem par Gilles Romain, pour Z. Heyns, à Amst., 1596 8^o., opgedragen aan Mejufvr. van Nispen wed. Hooftman, te Haarlem.

Zijne Vlaamsche verzen verheffen zich niet boven het middelmatige.

Zie Val. Andreas, Bibl. Belg., p.; Sweertius, Ath. Belg., p. 621; Foppens, Bibl. Belg., T. II. p. 983; Paquot, Mémoir. pour servir à l'Histoire Litt. des Pays-Bas, T. II. p. 658; De Vries, Geschied. der Ned. dichtk., D. I. bl. 54; Willems, Verhand. over de Ned. Taal- en Letterk., D. I. bl. 285; Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. en Crit. Woordenb., D. III. bl. 182; M. Siegenbeek, Beknopte Geschied. der Ned. Letterk., bl. 64; Cat. van Voorst, T. III. p. 44.