[Cornelis Heye]
HEYE (Cornelis) te Dordrecht geboren, trad in 1794 als kadet in dienst bij de voormalige O.I. Compagnie, ging in 1795, als adelborst, over in dienst van het land en werd in dezen rang aan boord van het linieschip Hercules, onder bevel van den kapitein ter zee, G.J. van Rijsoort, geplaatst.
Hij was op dezen bodem als luitenant titulair tegenwoordig bij, en deelgenoot van den bloedigen zeeslag, den 11 October 1797 door den vice-admiraal J.W. de Winter, op de hoogte van Kamperduin tegen de Engelschen geleverd. In 1798 werd hij tot luitenant der 2e klasse bevorderd en deed als zoodanig in 1802 met het linieschip Admiraal Kortenaar, onder kommando van den kapitein ter zee, S.B. Zeegers, een reis naar Oost-Indië en van daar naar St. Mauritius en de Kaap de Goede Hoop, waarna hij verschillende togten in de Indiën volbragt. Inmiddels in 1804 tot luitenant ter zee le klasse en in 1808 tot opper-luitenant (een rang onder de regering van Lodewijk Bonaparte bekend) benoemd, keerde hij in 1810 aan boord van een koopvaardijschip naar het vaderland terug. Op de terugreis had men het ongeluk in de bogt van Frankrijk het Engelsch blokkade-eskader in den mond te loopen. Heye werd, na van alles beroofd te zijn, gevangen genomen en eerst in het volgende jaar ontslagen. In 1814 deed hij, als luitenant ter zee 1e klasse en eerste officier aan boord van Z.M. brik Spion, onder bevel van den kapitein-luitenant M.L. van der Loeff, andermaal een reis naar de O. Indië. In het volgende jaar keerde hij met dien bodem in het vaderland terug, en verrigtte binnenlandsche diensten tot dat hem in 1819 het bevel werd opgedragen over Z.M. brik Kozak, bestemd naar West-Indië. Met dezen bodem in het laatst