was niet tot zijne gemeente beperkt: veelzijdig zijn zijne verdiensten jegens de Nederlandsche Hervormde kerk. De godgeleerde wetenschappen vonden in hem, die bij uitnemendheid in de oude talen bedreven was, een gelukkig beoefenaar, getuige zijne bekroonde prijsverhandeling bij het Genootschap ter verdediging van de Christelijke godsdienst, en andere geschriften. Als theologant was hij mild, verdraagzaam en een voorstander des vredes, trachtte de hitte der gemoederen, bij de separatistische twisten te bedaren, verzoende den Goudschen predikant Bussingh met zijn ambtgenoot. De regten der Hervormden werden in hem door woord en pen mannelijk verdedigd, toen zij door de omwentelingen bedreigd werden, ook bestreed hij de meening dat de staat niet verpligt zou zijn in het tractement der Hervormde predikanten te voorzien. Hij stelde warm belang in allerlei inrigtingen tot bevordering van het Protestantisme, zooals in de Maatschappij van Weldadigheid, en was de ontwerper en stichter van de Maatschappij van Welstand (18 Julij 1822). Nog kort voor zijn dood werd hij door Z.M. den koning tot Ridder van den Nederlandschen Leeuw benoemd. Hij was bevriend met den hoogleeraar van der Palm en den predik. E. Kist.
Van Heusden huwde den 9 April 1790 mejufvrouw W.C. de Bruijn, die hem een aantal kinderen schonk. Zijn portret is in steendruk. Hij schreef:
Eene aanprijzing van het onderzoek der H. Schrift der Christenen, zoo voor zich zelven, als met hunne huisgenooten, waarin tevens wordt aangetoond, hoe hetzelve op de meest gevoegelijke wijze, tot regt verstand en troostvolle bevestiging der waarheid kan worden in het werk gesteld in Werk. van het Haagsch Genootschap 1789.
Leerred. over het beminnelijke van de plegtige Samenkomsten der Christenen, naar aanleiding van Psalm CXXXIII, 1809.
Kort onderwijs in de Christelijke Godsdienst, naar de belijdenis der Hervormden, 's Hertogenbosch 1836 (3de druk).
De dag des Heeren, eene zamenspraak tusschen den heer B. en mevrouw V.z.n. 's Bosch 1824.
Aanmerkingen op een geschrift, getiteld: de Godsdienst afgezonderd van den Staat. Opgedragen aan de aanstaande nationale vergadering der Nederlandsche Republiek; waarin hij de stelling dat de Staat met de bezoldiging der Hervormde geestelijkheid niets te maken had met bescheidenheid, maar met de meeste bondigheid bestrijdt. Dordr. bij P.v. Braam. z.n.
Een Praeadvys, hoe de leeraars der Hervormde Kerk, ingevolge het decreet der nationale vergadering ter afschaffing