Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 701]
| |
den, ‘om het regiment van de Bagijnen, die hoer pater onlanx gesturven was, an te nemen,’ onder belofte van hem jaarlijks een zekere som tot zijn onderhoud te zullen toeleggen. Hij behoorde tot de voornaamste Heidelbergsche godgeleerden, die in 1479 gemagtigd werden, om doctor Jan van Wezel, die te Mentz wegens ketterij te regt werd gesteld, over het stuk der leer te onderzoeken.
Zie J. Bertelii, Hist. Luxemburg. ap. Pontanum Lib. II. CXXVIII, p. 236; Wagenaar, Amsterd., D. VIII. bl. 582, D. XI. bl. 189. |
|