[Onno Hermannus]
HERMANNUS, (Onno), ook van Gelder genaamd, predikant te Jemgum, raadpleegde bij gelegenheid der ziekte zijner vrouw een duivelbanner (1579). Toen zulks bij het coetus van O. Friesland was bekend geworden, werd hij der bedieninge van de kerk onwaardig gekeurd. Hermannus wendde nu alles aan opdat het coetus dit vonnis mogt herroepen. Zulks weigerde het, wijl het meende, ‘dat hij meer om de predikantsplaats als van wegen der zonde bekommerd was’ en zette hem af. Den 15 Augustus 1580 verscheen Ligarius, hofprediker van graaf Edzard, voor het coetus en betuigde, dat het de wil was van den graaf, dat Hermannus, schoon onboetvaardig blijvende, zou hersteld worden. Aan dit bevel werd door het coetus gehoorzaamd.
Hij moet er omstreeks 1584 overleden zijn.
Zie E. Meiners, Oostvrieslandsche Kerkel. Gesch., D. I. bl. 151-158; Reershemius, Ostfr. Pred. - Denkm. (1765) bl. 96.