[Wilhelmus Herincx]
HERINCX (Wilhelmus), 12de bisschop van Iperen, zag in 1618 te Helmond het licht, verkreeg in 1636 te Leuven, waar hij zich op de wijsbegeerte toelegde, de zesde plaats en trad kort daarna in dezelfde stad in de orde der Minnebroeders. Hij was een zeer welsprekend man, ervaren in de godgeleerdheid en in andere kerkelijke wetenschappen. In zijne orde bekleedde hij de hoogste bedieningen. Onder anderen was hij bestuurder der zendingen van Holland, Engeland en andere Noordsche landen, in welke de openbare oefening der Katholyke godsdienst verboden was. Zijne bekwaamheid en deugden werden door geheel Europa, welke hij dikwijls moest doorreizen, zeer geëerbiedigd. Den 24sten October 1677 werd hij bisschop te Iperen gewijd: doch hij bekleedde deze waardigheid nog geen jaar, dewijl hij den 17 Augustus 1678, in den ouderdom van 59 jaren overleed. Hij is in het koor zijner kathedrale kerk, aan de regterzijde van zijnen voorzaat Jansenius, met een uitgebreid Latijnsch grafschrift begraven.
Hij schreef:
Summa Theologiae scholasticae et moralis ad mentem S. Bonaventurae Doctoris Seraphici, Antverpiae apud Petr. Bellerum, IV vol. fol.
Nog andere werken had hij voor de pers in gereedheid gebragt, welker uitgave, om zijnen dood, niet gevolgd is.
Zie Foppens, Bibl. Belg., T. II. p. 1165; van de Velde, Syn., T. III. p. 813; van Gils en Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's Hertogenbosch, D. III. bl. 367, 368; van Kampen, Geschied. der Ned. Lett. en Wetensch., D. II. bl. 23; Muller, Cat. van Portrett.