[Otto Herema]
HEREMA (Otto) of Herama, afstammeling uit een oud adelijk Friesch geslacht, was een der eedgenooten in 1566. In 1578 was hij grietman van Rauwerderhem, hield zijn verblijf op Haxta state te Deersum, en was gehuwd met Mary Gratinga, bij welke hij vijf kinderen had. Zijn ijver tot het voortzetten der Utrechtsche Unie toont genoeg, dat hij volhardde in dezelfde gezindheid, welke hij in 't jaar 1572 te Sneek aan den dag legde.
Zie Winsemius, Hist. Lib. I. p. 72, Lib. II. p. 114; Chronyck, B. XVIII. bl. 630; J. Carolus, Lib. I. p. 70; te Water, Verbond der Edelen, D. II. bl. 453-454 en D. III. bl. 540; Kok, Vad. Woordenb., D. XX. bl. 563; Over het Geslacht: Winsemius, Hist., Lib. I. p. 4, 35, Lib. II. p. 162; Dez.; Chronyck, B. XVIII. bl. 629, 630; Frisia Nobilis, p. 62, 63, 131-138; te Water, t.a.p.; van Sminia, Grietmannen, bl. 62.