Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk

[Elias Herckmans]

HERCKMANS (Elias) een beroemd zeeman, raad in Brazil, gouverneur van Paraïba (1634) In Maart 1635 was hij weder in Nederland. In 1643 volgde hij Hendrick Brouwer op den togt van Chili op. Hij was dichter van:

Zeevaerts Lofs in VI boecken in fol., Amsterdam bij J.P. Wachter, 1634, met platen,

onder welke een (het scheepje van fortuin) tegen over bl. 97 door Rembrandt geëtst.

Ofschoon dit werk door Revius, Scriverius, Bidloo, Barlaeus, Boxhorn, Suffridus Sixtinus, C. Lov en S. van Swol, met wien hij, gelijk ook met C. Huyghens, bevriend was, als dichtstuk zeer geprezen wordt, is het evenwel meer van historische dan van dichterlijke waarde. Het werd in 't volgend jaar gevolgd door een ander gedicht, getiteld:

Encomium calvitii, ofte Lof der Kaalkoppen. Amst. 1635, fol.

Hij had voor de pers gereed:

Een Historisch verhael van de voornaemste beroerten des Keyserrycks van Russia, ontstaen door den Demetrium Ivanowyts, die den valschen Demetrius t' onrecht genoemt wert. Eigen Hs. Ao. 1625, Amsterdam, 190 bl. 4^o. velin, weleer in bezit van den generaal majoor L.J. de Petit.

Zie C Barlaeus, de rebus Mauritii comitis in Brasil. variis locus; Goerée, Kerk- en Wereldgeschiedenis, bl. 264-267; van den Bosch, Leven en doden der Doorluchtige Zeeheld., D. I. bl. 288; Nederl Reizen, D. XIV. bl. 83; Bidloo, Punpoëticon Batavum, p. 105-138; van Haren, Geuzen. (Uitgave van Bilderdijk). D. II. bl. 327; Siegenbeek, Geschied. der Ned. Letterk., bl. 140; van Kampen, Geschied der Ned. buiten Europa, D. I. bl. 440-445; Dezelfde, Levens van beroemde Nederl., D. II bl. 212, 291 304-308; Witsen Geysbeek, Biogr., Anth. en Crit. Woordenb, D. III., bl. 173; Cat. van Ms. van Voorst, p. 172, No. 1318, Arrenberg, Naamreg., bl. 225; Cat. der Maatschappij van Ned. Letterk., D. I. bl. 239, Cat. L.J. de Petit, (La Haye 1853) p. 10, No. 139; T. III. 2e Partie, p. 63, No 4952.