[Vincent Hensberch]
HENSBERCH (Vincent), dominikaan te Antwerpen, werd te Jodoigne, een kleine stad in Waalsch-Brabant, geboren; bekleedde twee of driemaal de betrekking van onder-prior van zijn klooster, was vicaris te Lire en directeur der dominicaner nonnen van Val-Duchesse, te Auderghem, bij Brussel. Hij stierf in geen gevorderden ouderdom, te Antwerpen, den 4 Julij 1634.
Hij schreef:
Den gheestelycken Rooselaer der alderweerdichste Moeder Godts, verciert met schoone Roosen der meditatien, ghebeden ende mirakelen van 't H. Roosenkransken, Antw. 1614, 16o., 1617, 16o. (verbeterd) 1619, 12o.
Viridarium Marianum, variis Rosariorum, Exercitiorum, Exemplorumque plantationibus peramoenam, in gratiam et usum cultorum Deiparae Virginis Mariae concinnatum, Antv. 1615, 16o., 1626, 12o.
Rosarium gloriosissimae Deiparae Virginis Mariae, per choros distinctum, ac 150 articulos vitae Christi, variisque hymnis, antiphonis & orationibus perpulchrè exornatum, Antv. 1619, 12o.
Des Coninck Wynkelder. De Croone Ons Heeren, inhoudende XXXIII van de besonderste poincien of Mysterien des Levens en der Passie Christi. Watter van noode is den gheenen die wel ende profytelyck begheert te bidden, oft te mediteeren, Antw. 1621, 16o., Leuv., 1649, 16o.
Des Bruydegoms bloemigch beddeken, leerende hoe een Bruydt Christi sal een beddeken bereydt maecken voor