In 1720 door den beruchten actiehandel rijk geworden, kocht hij een fraaije buitenplaats aan den Moordrechtschen dijk, nabij Gouda, die weleer aan het Goudsche geslacht Trist toebehoorde en in de wandeling Tristenhuis werd genoemd. Hij noemde haar Actiehoven. Zijn fortuin op dezelfde wijze als hij er aan gekomen was, verloren hebbende, begon hij werken uit de Fransche en Engelsche talen te vertolken en werd hij makelaar in effecten. Hij stierf in 1737, zijne weduwe zooveel middelen nalatende dat zij onbezorgd leven kon. Hennebo was een luimig dichter. Hij had zich Focquenbroch tot voorbeeld gesteld, doch overtrof hem verre.
Afzonderlijk zien van hem het licht:
Een plaat van het trekken der Hollandsche Loterij op de zaal van 't Hof in 's Gravenhage, met een bijgevoegd vers van Rob. Hennebo, uitgegeven Amsterdam bij Hendrik Blank op den Dam in de Visscher, omstreeks 1731.
Rouwklachten van den Heere Jac. Veenhuyzen, over het afsterven van zijn goudvink, kanary, hond en paerd; benevens het 1ste en 2de deel van de Lof der Jenever, met pl. en portr. van den dichter, door Houbraken, naar Wandelaar, Amst. 1736, gr. 8o.
De uytvaerd van Meester Andries, blijsp. u.d. Fr. taal overgezet, Amst. 1720, kl. 8o.
Leven en Memorien van Sally Salisbury, Amst. 1723, 8o.
Schim en Pourtret, Amst. 1767, 8o.
Bruiloftsgedicht op het Huwelijk van IJsbrand Vincent en Johanna Pauw.
Verzamelde Gedichten van Robert Hennebo, m. pl.
Zie Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. en Crit. Woordenb., D. III. bl. 162; De Vries, over de verdiensten der Dichters in de XVIIIde eeuw, D. II. bl. 79; Siegenbeek, Geschied. der Ned. Letterk., bl. 256, 257; Zuid- en Noordholl. Volksalman. 1845, p. 134, (R. Hennebo, eene Voorlezing door A.J. van der Aa); Kunsten Letterbode 1861, No. 21; Cat. der Maatsch. van Ned. Letterk., D. I. bl. 254, b. bl. 111; Arrenberg, Naamreg., bl. 224; Cat. Witsen Geysbeek, bl. 62.