[Johannes Heeser]
HEESER (Johannes) werd, proponent zijnde, beroepen te Otterlo in 1690, te Doesburg in 1700, waar hij in 1716 overleed. Hij was bijzonder vermaard door zijne Hebreeuwsche en Grieksche taalkennis. Van hem zien het licht:
Prodromus criticus sive Observationes criticae in voces chaldaea Veteris Testamenti, Amst. 1696. 8o.
Eben Hagneser, id est lapis adjutorii, sive Lexicon Philologicum Hebraeo- Chaldaeum. Hard. 1716. 1ste deel.
Ofschoon gemeld wordt dat dit werk reeds zóó ver afgewerkt was, dat er hoop bestond het door 's mans zoon zou kunnen worden uitgegeven, is er, voor zoo ver ons bekend is, verder niets verschenen.
Ook werd door hem uitgegeven:
Historisch Verhaal van de geboorte, het leven en de dood van C. Jansenius, 4o.
Zie Boekzaal der gel. wereld, 1716. b. bl. 217, 1717. a. bl. 255-302; de Jongh, Naaml. der Pred. van Gelderl. bl. 327; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; Cat. van de Bibl. der Doopsgez. Gemeente te Amsterdam, 1ste afd. bl. 35.