dat hij in 1838 voor dat van officier van justitie bij de arrondissements-regtbank te Utrecht verwisselde. Onaangenaamheden, waarin hij zich weldra gewikkeld zag, deden eene verandering van werkkring voor hem wenschelijk achten, en welkom was hem derhalve de betrekking van dijkgraaf van Rijnland, waartoe hij bij koninklijk besluit van den 19den Mei 1840 benoemd werd. Dit ambt, benevens de waardigheid van lid van de provinciale staten van Zuid-holland, waartoe hij zich in 1852 zag gekozen, bleef hij waarnemen tot aan zijnen onverwachten dood, die den 11den Julij 1854 te 's Gravenhage plaats had.
De volgende groote en kleine werken, van hem in druk verschenen, getuigen van zijne werkzaamheid van geest en staatsregterlijke en geschiedkundige kennis.
Disputatio Historico-Juridica inauguralis de Nobilibus ac urbium Delegatis, sub Comitum Hollandiae regimine Ordines constituentibus, Traj. ad Rhen. 1829. 8o.
Bekroonde beantwoording der prijsvraag over het stelsel der gemeenten in het graafschap Vlaanderen, uitgeschreven door de koninklijke academie van wetenschappen en fraaije letteren te Brussel, Bruss. 1835. 4o.
Proeve eener beschouwing over staatsregt vooral in betrekking tot ons vaderland, onder de heerschappij der Franken en de regering der Graven, Utr. 1836. 8o.
Proeve eener beschouwing over de bronnen van het Nederlandsche Staatsregt en derzelver invloed op de grondwet van 1815 Twee stukjes niet in den handel 8o.
Beschouwingen der vroegere wetgevingen omtrent den handel in Nederland, vooral in betrekking tot het daarbij verhandelde ten aanzien der in- en uitgaande regten, Utr. 1838. 8o.
Iets over de wetgeving betrekkelijk het tweegevecht en de beleedigingen, 's Hage 1842. 8o.
Keizer Karel V en 's lands Staten; in den Gids, 1842 No 1.
In hoe verre voorziet Art. 311 van het Wetboek van Strafregt ten aanzien der slagen, door ouders aan hunne kinderen toegebragt?; in de Jaarb. voor Regtsgel. en Wetgev. 1842. D. IV. bl. 81-volg.
Betoog der noodzakelijkheid eener spoedige herziening der grondwet, 1ste naamloos uitgegeven druk, 1843; 2de druk, 1844. 8o.
Iets betrekkelijk het aangeboden ontwerp van tarief op den in- uit- en doorvoer, 1ste stukje, 1844. 4o. Het 2de stukje dat het ontwerp van een nieuw tarief zou behelzen is nooit verschenen.
Proeve van een ontwerp van een nieuw Nederlandsch wetboek van strafregt voor het krijgsvolk hier te lande, 1845. 8o.; 2de druk, 's Hage, 1854. 8o.